Algemeen
De verwachtingen waren hooggespannen op de uitkomsten van de meicirculaire van het gemeentefonds. Voorafgaand was al duidelijk dat er een naverrekening zou zijn over 2018 en dat er financiële compensatie zou komen voor de tekorten in het Sociaal Domein. De financiële gevolgen staan in schril contrast met de vorige meicirculaire. In september 2018 was er weliswaar een winstwaarschuwing van circa € 200.000 als gevolg van het lagere accres. Uit de definitieve uitwerking van de meicirculaire blijkt echter een daling van de inkomsten van in totaal € 900.000. Dit naast een tegenvallende compensatie voor de stijgende lasten van Jeugdzorg.

Woonlasten
In deze Voorjaarsnota is wederom aandacht besteed aan de verhoudingen tussen de woonlasten van de dertien Zeeuwse gemeenten. Uit deze overzichten zit de gemeente Hulst boven het gemiddelde in Zeeland. Met name de retributies voor het riool en de reiniging zijn relatief hoog in vergelijking met andere Zeeuwse gemeenten. De verdere ontwikkeling van de woonlasten zullen wij betrekken bij de voorbereiding van de gemeentebegroting 2020.

Grondexploitaties
In de voorlopige jaarrekening 2018 zijn de grondexploitaties wederom herijkt en beoordeeld door een adviseur in opdracht van onze accountant. Hiermee is wederom een actueel beeld van deze grondexploitaties vastgesteld. In het vervolg van 2019 zullen wij u frequent informeren omtrent de stand van zaken met betrekking tot deze veelal grote projecten.

Sociaal Domein
Financieel administratief worden de lasten en baten in het Sociaal Domein voor de onderdelen Jeugd, Wmo en Participatie (inclusief Buig) budget geëgaliseerd met de hiervoor opgebouwde reserve Sociaal Domein.
De lastenontwikkeling in het Sociaal Domein is zorgelijk. In de jaarrekening 2018 bedraagt het tekort op het totaal van de onderdelen bijna € 1 miljoen. Dit tekort wordt voor het grootste deel door het onderdeel Jeugdzorg. Dit zal zich naar verwachting doorzetten in 2019 en volgende jaren. Daarnaast is er ook in 2018 een groter tekort bij de diverse BUIG-regelingen.  Ook het onderdeel Participatie (met name Dethon) kent oplopende tekorten.
In de meerjarenraming 2020-2022 is rekening gehouden met ombuigingen in de Jeugdzorg voor een totaal structureel bedrag van € 0,75 miljoen. Dit was destijds min of meer gebaseerd op de verwachting dat het Rijk zou bijspringen. Inmiddels heeft het Rijk een hogere bijdrage voor de jaren 2019 t/m 2021 in het vooruitzicht gesteld van € 1,1 miljoen. Dit is echter eenmalig voor de betreffende jaren, terwijl de tekorten een structureel karakter hebben.
Het tekort van het onderdeel Jeugdzorg ramen we, na verrekening van de meicirculaire, op € 1,1 miljoen (20% van de totale uitkering) in 2019. Hierbij tekenen we aan dat het uiteindelijke resultaat over 2018, inclusief nacalculatie over 2015 t/m 2017, € 2,6 miljoen negatief was. Oorzaak hiervan was met name sterk stijgende lasten. Wanneer deze trend zich doorzet evenaren we in 2019 het tekort van 2018.
Naast de dekking uit de egalisatiereserve worden de tekorten deels goed gemaakt door onderschrijdingen van de lasten bij de WMO.
De reserve sociaal domein bedraagt eind 2018 nog € 2.668.000. In de begroting 2019 was een tekort voor het Sociaal Domein geraamd van bijna € 1,4 miljoen die ook ten laste van de egalisatiereserve wordt gebracht. Dekking van de tekorten zal ook in 2020 en 2021 nodig zijn, waarna de egalisatiereserve zal zijn uitgeput.

Tenslotte
Wij mogen stellen dat we er de afgelopen in geslaagd zijn met elkaar een goeie financiële positie te behouden door tijdig te anticiperen en te sturen op (dreigende) ombuigingsmaatregelen. Hierbij is ook gekeken naar een mogelijke verbetering van de (structurele) inkomenspositie in meerjarenperspectief. Bovendien is in 2018 wederom een positief rekeningresultaat gehaald. Rekening houdend met een sluitend meerjarenperspectief, de uitgangspunten van het coalitieakkoord beraad het college zich op maatregelen om zowel de tekorten in het Sociaal Domein als bij de overige programma’s dekkend te krijgen.